Herfst

Terwijl ik mijn gedachten probeer te ordenen om voor Klankbord iets van een meditatie te schrijven, lopen mijn schrijfsels de laatste maanden nogal eens uit op een gedicht.
Ik vind dat zelf niet erg, ben wel verrast met wat er dan opkomt.
Maar voor u als lezer is het wel een verschil.
U had zich misschien verheugd op een degelijk uitgewerkt verhaal bij een prikkelend onderwerp of Bijbelvers.
En ook niet iedereen houdt simpelweg van poëzie.
Ikzelf trouwens ook echt niet altijd…
Maar goed, met in mijn hoofd de gedachte dat met dit oktobernummer van Klankbord ook de herfst zijn intrede heeft gedaan, zette ik me weer aan het schrijven.
En ja hoor, het is toch weer een gedicht geworden wat eruit is gekomen.
Het gebeurt gewoon!… Ik zou me er bijna voor excuseren…

Nou ja, toch nog maar een gedachte ernaast dan.
Want pas toen het gedicht al geschreven was, vroeg ik me af of misschien in de Bijbel ook wel bladeren als beeldspraak voor ons mensen worden gebruikt?
En warempel, dat is zo! Op één plek welteverstaan, voor zover ik kon vinden.
Toch net even iets anders dan waar ik op uit kwam, maar ik geef het u toch ook even mee.
Uit Jesaja 64 vers 5: Wij allen zijn als verwelkte bladeren, verwaaid op de wind van ons wangedrag.
Stevige taal, die ook weer te denken kan geven.
Maar dat verder denken is dan bij deze aan uzelf.
Misschien kunt u er zelf iets over schrijven?
Proza of poëzie, dat mag voor mij allebei.
Hoe dan ook, u kijkt deze herfst misschien toch eens anders naar de vallende bladeren…

Herfst
Als wij nu eens zelf die bladeren zijn
die vallen. Van geboorte af
losgelaten, geworpen in de vrije ruimte
waarin wij kwetsbaar en veelkleurig
dwarrelen en dansen, tuimelen en tollen
al naar gelang de wind
met ons speelt, ons vangt
en draagt
in onze val.

Een ademtocht.
Tot wij landen, ontvangen
door de onmetelijke zachte
liefdesgrond waar de hele
levensboom in geworteld
en aan ontsproten is.

Dan is leven
voor even
zweven.

En wij vallen allen
van dezelfde boom.

ds. Jelbert Versteeg