Twee monniken staan in de rivier hun kleding te wassen.
Opeens zien zij een schorpioen die dreigt te verdrinken.
Eén van monniken schept het dier op en zet het op de oever.
Terwijl hij de schorpioen redt, steekt het beest hem.
De monnik gaat verder met zijn waswerk.
Opnieuw valt de schorpioen in het water.
De monnik redt het dier voor de tweede keer.
Hij wordt opnieuw gestoken. De andere monnik vraagt hem:
‘Vriend, waarom ga jij ermee door de schorpioen te redden
terwijl je weet dat het zijn aard is om te steken?’
‘Omdat’, antwoordt monnik, ‘redden’ in mijn aard ligt.’

Dit verhaaltje vertelt ons in notendop iets over Jezus’ houding op weg naar Pasen.
Er is een spreekwoord dat zegt: ‘Hij heeft een aardje naar zijn vaartje.’ Dat wil zeggen: hij aardt naar zijn vader. Zo aardt Jezus naar God die Hij zijn Vader noemt. Hoe dan? Redden is zijn aard.

Als we Jezus volgen, zien we telkens dat Jezus er voor kiest om de weg te gaan die voor Hem ligt. God trekt niet van bovenaf aan de touwtjes, nee, Jezus kiest zelf. Het is de keuze voor dienen, de minste willen zijn, zijn eigen leven geven tot de dood toe.
En ondertussen is daar die andere weg waarop anderen door Hem bevrijd worden uit hun doodgelopen situatie. Het is de weg waarop zelfs de dood teniet gedaan wordt. Deze twee wegen komen samen in het kruis.

Zelfs aan het kruis scheldt Jezus zijn vijanden niet uit. Maar Hij zegt in plaats daarvan: ‘Vader, vergeef het hun want zij weten niet wat zij doen.’ En ‘vandaag nog zul jij met Mij in het paradijs zijn’, krijgt de man aan het kruis naast Hem te horen. Woorden van redding, uitzicht en hoop. Van leven door de dood heen. Hierin mogen wij ons allen, hier en nu, meegenomen weten!

Zo maakt Jezus voor ons God doorzichtig.
Jezus: sprekend zijn Vader.
Redden is zijn aard.

ds. Henriëtte de Graaf