Ik schrijf dit vlak voor mijn vakantie, net na de sluiting van de Olympische Spelen. Wat een medailles, wat een triomf voor Nederland! Als u dit leest ligt dat alweer achter ons. De vlaggen zijn inmiddels opgerold, de Olympische vlam gedoofd. Toch haak ik er nog even op in, want die vlam fascineert me. Dat vuur was al half april in het plaatsje Olympia door de zon ontstoken met behulp van grote paraboolspiegels. Via een fakkel werd het naar Athene gebracht, om vandaar door de wereld te gaan. Duizenden renners mochten de vlam een eindje dragen. Op 8 mei arriveerde het vuur in Marseille, en vanaf daar begon de Relais de la Flamme Olympique door Frankrijk. Maar liefst 66 etappes met onderweg plekken zoals Carcassonne en Versailles. Honderdduizenden kijkers stonden langs de route. Misschien heeft u ook wel de openingsceremonie gezien waar het grote Olympische vuur uiteindelijk in de lichtstad Parijs werd ontstoken. Nee, dit is niet zomaar een vlam maar een oeroud ritueel.
In 776 voor Christus werden de eerste Spelen gehouden. In de tempel van Zeus werd het festijn aan de goden opgedragen. Ruziemakende steden werden opgeroepen tot vrede. Zolang het vuur brandde moest er vrede zijn. Er is een oude discus gevonden waarop zo’n periode staat beschreven. De verbinding tussen sport, religie en vrede heeft oude papieren. Helaas is wel dit ritueel intact is gebleven, maar de werking ervan verloren gegaan. Tot vrede hebben de spelen ook dit keer niet geleid, het geweld ging gewoon door. En Parijs is niet de ‘lichtstad met de paar’len poorten’ geworden. De problemen van de stad zullen weer voor hoofdbrekens zorgen. Maar misschien kan het beeld van die vlam ons wel inspireren tot het goede in de geschonden wereld van vandaag.
Van geheel andere orde is dat ik wel van de Spelen heb genoten. Ons lichaam is een godsgeschenk en -volgens Paulus- een tempel van de Geest. We mogen ons verrukken over haar schoonheid en mogelijkheid, ook in de sport. Die Griekse goden van de Olympus kunnen we erbuiten laten. Dezelfde Paulus heeft in de 1e eeuw te midden van die hele santenkraam op de Areopagus een nieuwe richting gewezen (Handelingen 17). Het vuur van JHWH -ánders dan de goden- en het licht van de opgestane Christus schept werkelijk vrede en heil. Het licht van de Paaskaars is daarvan een symbool. Dát vuur van gunnende liefde mogen wij ook in het nieuwe kerkelijke seizoen verder verspreiden. Een goede start van het nieuwe seizoen!
Ds. Lex Boot.