De eerste weken van het nieuwe jaar zijn alweer voorbij.
We stellen ons de vraag: wie of wat is het fundament van mijn leven?
Waar wil ik op bouwen?

Pas op wat je aanbidt, houdt de Bijbel ons voor.
Is carrière je godsdienst, dan heeft je werkweek nooit genoeg uren.
Verafgood je geld, dan is je banksaldo altijd te laag.
Aanbid je je eigen lichaam, dan sterf je duizend doden voor ze je begraven.
Leef je voor intellectuele erkenning, dan ben je altijd bang dat je door de mand valt.

Het verraderlijke is dat de meeste vormen van verafgoding onbewust bezit nemen van je leven. Je meet je eigen waarde eraan af, zonder dat je het doorhebt. De kunst is verstandig te kiezen wát je wilt aanbidden.
Waar bouw je op?

‘Geloven in jezelf’ was het grote dogma van de 21e eeuw.
Tot de coronacrisis ons als selfmade mensen veel zekerheden uit handen heeft geslagen. We ontdekten opeens het drijfzand van ons ‘zelvige’ geloof.

De Bijbel houdt ons voor: jijzelf bent niet de maat der dingen. Dit zou meedogenloos en onbarmhartig zijn. Niemand kan zichzelf aan zijn eigen haren uit het moeras trekken. En dat hoeft ook niet. Daar heb je anderen bij nodig.

Zo verheldert Jezus : zoek je fundament niet in jezelf maar in verbondenheid.
Verbondenheid met God, elkaar en de schepping waarvan je deel uitmaakt.
Hij zegt het als volgt: ‘Laat dit de kern van je leven en van de wet zijn:
God liefhebben boven alles en de naaste als jezelf.’

Je hoeft namelijk je hele leven niet zelf te dragen; je wórdt allereerst gedragen.
De eerste die jou liefheeft is God.
Jij bent geliefd zonder er iets voor te doen.
Van daaruit kun je liefde schenken aan de ander.
En wie geeft die ontvangt!

ds. Henriëtte de Graaf